Boerboel

De boerboel is een hond die oorspronkelijk uit Zuid-Afrika komt. Het is een sterke en gespierde hond en volgens velen is er geen betere waakhond te bedenken. In tegenstelling tot veel honden hecht de boerboel zich niet alleen aan de leider van het gezin, maar aan het hele gezin. Toch zijn er ook een aantal ruwe kantjes aan het boerboel karakter en is een goede opvoeding en socialisatie echt wel vereist.

Over de boerboel

Wie de boerboel goed bekijkt, ziet dat het een imposant beest is. Het is een geboren waakhond die niet alleen menselijke indringers op afstand moest houden, maar ook de vele (roof)dieren die Zuid-Afrika rijk is. Uiteraard heeft dit gevolgen voor het boerboel karakter. Hieronder lees je er meer over.

Uiterlijke kenmerken van de boerboel

De boerboel is een imposante hond met een schofthoogte van minstens 61 cm bij teefjes en 66 cm bij reuen. Hun gewicht ligt ergens tussen 50 en 90 kilogram, waarbij reuen zwaarder zijn dan teefjes.

Het hoofd van de boerboel is groot en recht, met een sterke en brede bovenkaak. De lippen zijn los en vlezig en de neus is zwart. Het hoofd is dan weer bol en de mond straalt een en al kracht uit. Wel is het hoofd van het vrouwtje net iets smaller. Dit hoofd gaat vervolgens over in een gespierde nek en een al even gespierde rug. De borst is breed en recht en de poten zijn krachtig. Vroeger werd de staart vaak gecoupeerd om nog meer kracht uit te stralen, maar dit is gelukkig niet meer toegestaan. De boerboel komt in verschillende kleuren, zoals bruin, roodbruin, rood en geel. Een zwart masker komt vaak voor, maar is niet verplicht.

Karakter van de boerboel

Het boerboel karakter is dat van een gezinshond. Hij mag geen eenling zijn en geniet er net van om met zijn gezin bezig te zijn. Een boerboel die alleen wordt gehouden en vaak alleen is, heeft zelfs de neiging om destructief te worden. Verder leert de boerboel opvallend gemakkelijk, zowel in positieve als negatieve zin. Dit wil ook zeggen dat een boerboel die niet van jongs af aan goed wordt getraind, probleemgedrag kan ontwikkelen. De boerboel is verder een echte waakhond en heeft een sterk territoriaal instinct. De boerboel wijkt niet en gaat zo nodig het gevecht aan om indringers op afstand te houden. Het boerboel karakter is ook echt verbonden aan het erf: daar wil hij dan ook zijn en als hij weg is, kan hij het niet bewaken. Het is ook hierop dat de boerboels oorspronkelijk door de Afrikaners zijn geselecteerd. Volgens velen is het de beste waakhond die je kan vinden.

De Afrikaners benadrukken altijd dat de boerboel er niet alleen is voor de bewaking van het erf, maar voor het hele gezin. Dit wil zeggen dat een boerboel ook zonder problemen met de kinderen moet kunnen spelen. Het is inderdaad een hond die houdt van zijn gezin, maar weet dat het daar wel stopt. Ten opzichte van vreemden stelt de boerboel zich namelijk terughoudend en afstandelijk op. Een ander kenmerk van het boerboel karakter is dominantie, zeker ten opzichte van andere honden. De boerboel is dan ook geen hond die vriendjes maakt op de hondenlosloopweide.

Ten slotte is het boerboel karakter heel scherpzinnig en kan hij er niet goed tegen als er iets wijzigt. Verplaats even stiekem de grote kamerplant terwijl hij buiten aan het ravotten is en het kot is te klein wanneer hij terug binnenkomt. Hetzelfde geldt wanneer je eens een andere wandelroute gebruikt of je kledingstijl ineens helemaal omgooit: hij is helemaal van slag en het kan een tijdje duren vooraleer hij vrede sluit met de nieuwe situatie.

Beweging

Voor wie het zich zou afvragen: een boerboel is geen hond om in een klein appartementje te houden. De boerboel heeft best wel nood aan beweging en doet dat het liefst op het eigen erf. Ook een kleine stadstuin zal dus niet volstaan. Tijdens het opgroeien heeft de boerboel een middelmatige beweging nodig. Wandelen zorgt vaak voor veel prikkels en het boerboel karakter is terughoudend ten opzichte van nieuwe dingen. Kies dus voor vertrouwd terrein en ga in de buurt van de eigen woning wandelen. Let ten slotte op met boerboel pups. Hun jonge beenwerk is nogal fragiel voor intensief trainen. Overdrijf dus niet op jonge leeftijd en kies voor meerdere en kortere beweegmomentjes.

Omgang met kinderen en andere dieren

De boerboel kan het heel goed vinden met de kinderen van zijn gezin en zal ze indien nodig beschermen met zijn leven. Echter, laat honden en kinderen nooit alleen. Met andere kinderen is het opletten geblazen. De boerboel kan het onderscheid niet maken tussen wild spelen en een vechtpartij en kan ingrijpen, met alle gevolgen van dien. Het is verder ook belangrijk dat kinderen correct leren omgaan met de boerboel.

Waar de boerboel beschermend is ten opzichte van kinderen, geldt dit ook ten opzichte van alle andere dieren die tot de roedel behoren. Paarden, schapen, geiten, katten of zelfs cavia’s: hij beschermt ze en stelt zich heel tolerant op. De huiskat die met het eten van de boerboel gaat lopen, dat is niet vreemd. En hij laat het allemaal gebeuren.

Zo tolerant de boerboel is voor de eigen roedel, zo intolerant is de boerboel voor vreemden. Kenmerkend aan de boerboel is dat het beest ook gradaties van intolerantie kent. Daarom wordt de boerboel al eens racistisch genoemd. Geslacht, geur, klederdracht of huidskleur: hoe onbekender de onbekende is, hoe intoleranter de boerboel zich opstelt. Het is bekend dat de boerboel onbekenden heel scherpzinnig analyseert en dat zelfs de manier van lopen argwaan kan opwekken, net zoals het hebben van een luide of stille stem.  

Geschiedenis van de boerboel

De boerboel is van oorsprong een Zuid-Afrikaanse hond, maar historici wijzen voor de oorsprong wel naar koning Assurbanipal (669 – 631 v.C.). Assurbanipal was de laatste grote heerser van Assyrië, een uitgestrekt gebied dat onder andere het hedendaagse Turkije, Irak, Iran, Cyprus en Egypte omvatte. Het is nu niet dat Assurbanipal zelf een boerboel had, maar hij had wel de Bibliotheek van Assurbanipal. In deze bibliotheek lagen duizenden kleitabletten uit de 7^de eeuw voor Christus, met daarop ook afbeeldingen van honden die volgens velen de voorlopers zijn van de Europese molossers, waaronder de rottweilers en de bullmastiffs.

Om de link met de boerboels te snappen, moeten we verder in de tijd. We bevinden ons dan in de Romeinse tijd waar de roemruchtige molossers om hun kracht worden geprezen. Samen met de Romeinen verspreiden ze zich over Europa waar ze in allerlei andere rassen evolueren, waaronder de rottweiler. Zo floreerden de molossers en vestigden ze zich definitief, tot de Europeanen beslisten om zich over de wereld te verspreiden. In de 17^de eeuw, de bloeitijd van de VOC, werd er zo een verversingsstation opgericht aan Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. Samen met de Nederlanders kwamen ook de molossers, zogenaamde bullenbijters, mee naar Zuid-Afrika. Deze honden dienden ter bescherming tegen het onbekende land, de onbekende dieren en het onbekende volk.

De molossers waren niet de enige honden die er terechtkwamen. Ook Engelsen, Fransen en Duitsers namen allerlei honden mee. En dan hadden de Khoikhoi er ook nog eens de Africanis, een hond die later zou hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de Rhodesian ridgeback. Al deze honden hebben zich er vermengd en het resultaat daarvan werd gehouden door de Boeren. Vandaar ook de naam die een samenstelling is van de Afrikaanse woorden boer (landbouwer) en boel (hond): boerenhond. Hoe dan ook: het valt moeilijk te zeggen welke hondenrassen allemaal aan de basis liggen van de boerboel. Wellicht veel rassen en met een flinke hoeveelheid molossers.

Wanneer de Britten er de plak zwaaiden, werden de Boeren er onder de duim gehouden. De Boeren of Afrikaners zijn afstammelingen van de Nederlandse kolonisten die zich er vestigden. Voor de Boeren was dit het signaal om steeds verder het binnenland in te trekken. In het woeste binnenland hadden de Boeren nood aan een hond die sterker, geharder en zelfbewuster was. Deze Boeren droegen bij aan de totstandkoming van de krachtige en stevige boerboel. Deze boerboel had de genen van diverse molossers die in Zuid-Afrika terecht waren gekomen, maar het deelt deze met de genen van de voorouder van de Rhodesian ridgeback.

Toch liepen de Boeren tegen problemen aan. Ver in het binnenland was de genenpoel beperkt en er werd nogal lukraak gefokt. Het beestje was met uitsterven bedreigd. De verloedering duurde voort tot in 1980, toen werd er een campagne ter herstel opgezet en ruim 250 honden werden gevonden en gekeurd. Daarvan zijn er vervolgens 72 honden geselecteerd die in aanmerking kwamen voor het terugfokken van het ras. Het zijn deze 72 boerboels die hebben bijgedragen aan de herintroductie van het hondenras. Intussen komt de boerboel steeds vaker voor en telt de internationale rasvereniging zo’n 20.000 leden. Toch is het ras nog niet erkend door de FCI. Daar is het kynologisch nog iets te nieuw voor. De American Kennel Club (AKC) erkent de boerboel wel.

Meer informatie over de boerboel

Als je meer wil lezen over de boerboel, zal je vooral in de Engelstalige literatuur moeten zoeken. Er zijn geen goede Nederlandstalige boeken over de boerboel geschreven. Wij hebben alvast een aantal goede boeken over de boerboel voor je uitgezocht.

• Boerboel Complete Owners Manual
• The Complete Guide to Boerboels
• Boerboel Dog Training Guide

Praktische informatie over boerboels

Boerboels zijn honden die met een handleiding zouden moeten komen. Niet alleen omwille van het bijzondere boerboel karakter, maar ook omdat bijvoorbeeld de voeding van de boerboel hond best wel wat aandacht vergt. De belangrijkste aandachtspunten zijn hieronder besproken.

Medische problemen bij de boerboel

De boerboel is een heel grote hond en net zoals veel andere grote honden brengt dit problemen met zich mee. Pijnlijke gewrichtsaandoeningen zoals elleboogdysplasie en heupdysplasie komen vaak voor, net zoals aandoeningen aan de knieën. Dit kan resulteren in kreupelheid. Vaak valt hier weinig aan te doen, behalve de hond die pijnstillende en dure behandelingen moet ondergaan. Verder heeft de boerboel aanleg voor oogaandoeningen en komt ook huidplooidermatitis voor. De boerboel is bovendien niet door de FCI erkend, maar wordt wel raszuiver gefokt. In de praktijk resulteert dit, door de onduidelijkheid en het ontbreken van transparante stambomen, vaak in inteelt en erfelijke aandoeningen.

Veel aandoeningen komen al op jonge leeftijd voor en gaan levenslang mee. De Nederlandse organisatie Dier&Recht geeft aan veel gevallen te kennen van ernstig zieke pups en vroege overlijdens. Hoe dan ook is het aan te raden om een hondenverzekering af te sluiten. Net omwille van de vele problemen zijn er al fokkers die enkel een boerboel puppy afgeven wanneer men over zo’n verzekering beschikt.

Waar vind ik een boerboel te koop?

De boerboel blijft een vrij onbekend hondenras in België en er zijn dan ook maar een handvol fokkers die boerboel pups verkopen. Wij raden aan om goed op te letten als je een boerboel puppy zoekt en om goed na te gaan of de ouders genetisch getest zijn. Onder andere bij onderstaande fokkers kan je een boerboel puppy kopen. Het gaat om fokkers in België en Nederland, maar weet dat zij hun honden ook internationaal verkopen en dat er soms lange wachtlijsten zijn. Reken bovendien op een prijs van zo’n 1.000 tot 1.500 euro.

• Groote Heide Boerboels in Hamont-Achel (België)
• Lioness Boerboels in Handzame (België)
• Blygedacht Boerboele in Eisden (België)
• Immermoed Boerboels in Sint Annaparochie (Nederland)
• Jala Boerboels in Heusden (Nederland)
• CongoMasai Boerboels in Heerlen (Nederland)
• BJ Boerboels in Dreumel (Nederland)
• Tyson Boerboels in Ospel (Nederland)

Voor wie is een boerboel een geschikte hond?

Niet voor iedereen, laat dat duidelijk zijn. Een boerboel heeft een grote tuin nodig om te bewaken en bovendien ook een baasje dat met hem bezig wil zijn en dat toch al wat ervaring met honden heeft. Zijn dominantie is niet voor iedereen weggelegd en het is niet meteen een hond die je meeneemt voor een gezellig dagje shoppen om vervolgens een terrasje te doen. De boerboel moet bovendien niet alleen een bewaker zijn, maar ook nog eens deel kunnen uitmaken van het gezin. Daarom doet de boerboel het vooral goed op de boerderij, waar hij veel ruimte krijgt maar ook gewoon onder de mensen mag zijn.

Veelgestelde vragen over de boerboel

Is de boerboel gevaarlijk?

De boerboel is in principe geen echte vechter, maar een verdediger. Mits een goede socialisatie en opvoeding hoef je in principe weinig problemen te verwachten. Het probleem is echter dat als het misgaat, het ook grondig misgaat. Hij verdedigt zijn gezin tot de dood en deze brok vol spieren kan dan ook nog eens tot 90 kilogram wegen. Daarom worden boerboels vaak tot de 25 gevaarlijkste honden gerekend.

Wat kost een boerboel pup?

Over het algemeen moet je rekenen op een boerboel prijs van zo’n 1.000 tot 1.500 euro.

Is een boerboel verboden?

In ons land is een boerboel houden toegestaan, maar in sommige landen is een boerboel verboden of zijn er heel strikte regels van toepassing. Dit is onder meer het geval in Frankrijk, Denemarken, Roemenië, Maleisië en Singapore. In Nederland staat de boerboel op de lijst van hoogrisicohonden.

Wat is het boerboel gewicht?

Het boerboel gewicht kan flink variëren en gaat van 50 tot 90 kilogram. Gemiddeld ligt het gewicht bij teefjes ergens tussen 55 en 73 kilogram en bij reuen ergens tussen 60 en 79 kilogram.

Wat is een boerboel?

Een boerboel is een grote en imposante hond die oorspronkelijk uit Zuid-Afrika afkomstig is. De hond wordt geroemd omwille van zijn waakinstinct, maar profileert zich ook als een gezinshond.

Wanneer wordt een boerboel waaks?

Zijn waaksheid ontwikkelt zich bij de overgang naar de volwassen fase. Ergens tussen het eerste en tweede levensjaar zal de boerboel wantrouwender en eigenzinniger worden en ook scherper en feller. Tussen het tweede en derde levensjaar begint de waaksheid echt duidelijk te worden.